Er zit een groot verschil tussen de levensverwachting van mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA) en de algemene populatie. Patiënten met EPA overlijden tot wel 20 jaar eerder. Om dit te beïnvloeden is het van belang om te weten welke factoren bijdragen aan dit verschil.
Daarom hebben onze huidige collega’s Anne Willems en Peter van Harten en voormalig collega’s Charlotte Mentzel, Rob Bakker en Diederik Tenback onderzoek gedaan naar de relatie tussen parkinsonisme, acathisie, tardieve dyskinesie en vroegtijdig overlijden.
Opzet van het onderzoek
In de studie zijn data gebruikt uit de Curaçao Extrapyramidal Syndromes Study, waarin ruim 200 EPA patiënten zijn onderzocht die zijn behandeld in het enige psychiatrische ziekenhuis op Curaçao. Bij elke patiënt is de mate van tardieve dyskinesie, acathisie en parkinsonisme gemeten op acht momenten, verspreid over 18 jaar. Vierentwintig jaar na de eerste metingen hebben de onderzoekers gekeken naar de overlevingsstatus en de datum van overlijden van deze deelnemers. Data van 157 patiënten konden worden gebruikt om de onderzoeksvragen te beantwoorden.
Resultaten en conclusie
Parkinsonisme bleek een significante risicofactor voor vroegtijdig overlijden. Tardieve dyskinesie en acathisie bleken daarentegen niet samen te hangen met mortaliteit. Dit betekent dat parkinsonisme een belangrijke risicofactor lijkt te zijn in het vroegtijdig overlijden van cliënten met een ernstige psychische stoornis. Een belangrijke bevinding, die ons verder kan helpen om het aantal vroegtijdige sterfgevallen binnen deze groep mensen te verminderen.
Wilt u het hele artikel lezen? Dat kan hier.
Heeft u vragen over dit artikel?
Neem contact op met Anne Willems: a.willems@ggzcentraal.nl.