Ongeveer de helft van de cliënten met een Obsessieve Compulsieve Stoornis (OCS) of een dwangstoornis heeft te weinig baat bij het huidige therapie aanbod, namelijk Cognitieve Gedragstherapie (CGT) en/of farmacotherapie. Daarmee lopen zij het risico van vroegtijdig stoppen met de behandeling. Onderzoek wijst uit dat het leggen van de nadruk op het inzicht in dwanggedachten wellicht een oplossing biedt. Nadja Wolf, promovenda en psychiater in opleiding bij GGz Centraal, doet onderzoek naar hoe de behandeling van OCS kan worden verbeterd. In haar laatste publicatie in ‘Frontiers in Psychiatry’ kijkt zij naar veranderingen in inzicht in dwanggedachten en hoe verandering in inzicht het beloop van de ernst van OCS en het beloop van kwaliteit van leven beïnvloedt.
Waarom inzicht?
Obsessieve Compulsieve Stoornis (OCS) is een stoornis die te herkennen is aan terugkerende ongewenste dwanggedachten en/of herhaalde dwanghandelingen. Het is een stoornis met een groot gevolg op iemands kwaliteit van leven. Het heeft vaak een chronisch beloop. Inzicht is de mate waarin mensen herkennen dat hun dwanggedachten onjuist of overdreven zijn. 15 tot 36% van de mensen met OCS heeft ‘slecht of afwezig inzicht’. Dit betekent dat zij van mening zijn dat hun dwanggedachten waarschijnlijk of zeker waar zijn.
Nadja Wolf vertelt: “Mensen met OCS hebben uit hun omgeving al zo vaak gehoord dat hun dwanggedachten niet realistisch zijn, maar dit helpt niet. Dat maakt mensen juist eenzaam.” Het hebben van slecht inzicht gaat vaak samen met meer gezondheidsklachten vergeleken met mensen met goed inzicht. Zo ervaart deze groep vaak ernstigere dwangklachten, is de stoornis vaak meer chronisch, hebben mensen vaker meer dan één psychische aandoening en een lagere kwaliteit van leven. Ook blijkt uit eerder onderzoek dat het hebben van slecht inzicht een voorspeller is van een slechter behandelresultaat.
‘Mensen met OCS hebben uit hun omgeving al zo vaak gehoord dat hun dwanggedachten niet realistisch zijn, maar dit helpt niet. Dat maakt mensen juist eenzaam.’
Er is nog weinig onderzoek gedaan naar verandering in inzicht. Een aantal onderzoeken heeft laten zien dat inzicht kan verbeteren na behandeling met CGT en een behandeling van psychische klachten met behulp van medicijnen (farmacotherapie) of een combinatie van beide.
Nadja: “Met dit onderzoek wilden we graag meer weten over het beloop van inzicht en de relatie daarvan op het beloop van de ernst van OCS en op het beloop van kwaliteit van leven. Als een (stabiele) verbetering in inzicht een positief effect heeft op het beloop van de OCS-ernst of het beloop van kwaliteit van leven, kan het specifiek aanpakken van inzicht tijdens de behandeling voordelig zijn. Op die manier hopen we dat we de behandeling van OCS kunnen verbeteren door ons ook in het bijzonder te richten op inzicht.”
Het inzicht van cliënten verandert over tijd
Over een periode van vier jaar zijn 253 mensen met OCS (data uit NOCDA-studie cohort studie) drie keer geïnterviewd over inzicht, ernst van de OCS klachten en kwaliteit van leven. Uit de resultaten blijkt dat de mate van inzicht over deze periode van 4 jaar vaker is veranderd dan dat het stabiel is gebleven. Bij 70% van de deelnemers met beschikbare inzicht-data is verandering in inzicht opgetreden, terwijl bij 30% het niveau van inzicht stabiel is gebleven. Het inzicht is het meeste veranderd bij de deelnemers met slecht inzicht: de meerderheid van hen heeft veranderingen in niveau van inzicht vertoond en 59% van de mensen die slecht inzicht heeft gehad bij start, heeft dit na 4 jaar niet meer. Daarnaast is gevonden dat een verbetering in inzicht samenhangt met een verbetering in ernst van de OCS, maar niet met een verandering in kwaliteit van leven. Ten slotte is gebleken dat een verandering in inzicht in de eerste twee jaar niet voorspellend is geweest voor de ernst van de OCS of kwaliteit van leven na vier jaar.
Alternatief voor de standaard CGT: ‘Inference Based Approach (IBA)’
Nadja: “Deze resultaten brengen ons weer een stap dichter bij het optimaliseren van behandeling van OCS. Nu blijkt dat het niveau van inzicht in OCS kan veranderen en dat verbetering van inzicht voordelig kan zijn voor het beloop van de ernst van de dwangklachten, kunnen we inzetten op interventies en behandeling die inzicht in dwangklachten vergroot.” Inference Based Approach (IBA) is een vorm van cognitieve therapie zonder exposure met responsepreventie (d.w.z. zonder dat iemand blootgesteld wordt aan angst en vervolgens de patiënt geen dwanghandelingen mag verrichten) die inzicht aanpakt door mensen onderscheid te leren maken tussen waarneming en verbeelding. Door het doen van observatieoefeningen, leren mensen dat alles in het hier en nu gewoon in orde is, hoe ze zich daar niet van af moeten laten leiden, waardoor duidelijk wordt dat dwanghandelingen overbodig zijn.
Het onderzoek waar Nadja nu mee bezig is, is het door GGz Centraal gesponsorde arrIBA-onderzoek. arrIBA vergelijkt de effectiviteit van CGT en IBA. Daarnaast wordt er gekeken naar welke factoren op individueel en stoornis-gerelateerd niveau behandelsucces vergroten. Nadja: “We hopen dat we hiermee naar een meer gepersonaliseerde behandeling voor mensen OCS kunnen toewerken in de toekomst.”
Meer weten?
Wil je meer weten over wetenschappelijk onderzoek bij GGz Centraal in het algemeen?