‘Mentale gezondheid is tegenwoordig, vooral sinds corona, nauwelijks nog een taboe. Scholieren leren erover op school en de overheid probeert met campagnes zoveel mogelijk mensen te bereiken. De achterliggende boodschap: praten helpt en het is oké om hulp te zoeken. Voor asielzoekers in de regio Amersfoort met psychische klachten biedt het vluchtelingenteam zuid van Emma Reijnen en Joriene van der Kolk ondersteuning’.
Dat was ongeveer de intro van een artikel in het AD over het vluchtelingenteam zuid van GGz Centraal in Amersfoort. Tijd ook voor ons om in een interview samen met Emma Reijnen en Joriene van der Kolk – beiden gezondheidszorgpsycholoog en teamleider behandelzaken – wat dieper in te zoomen op dagelijkse praktijk.
Hoe ziet de doelgroep van het vluchtelingenteam er eigenlijk uit?
Emma: “Onze cliënten komen eigenlijk uit alle windstreken van de wereld. De gemene deler is dat zij zijn gevlucht uit het land van herkomst en asiel hebben aangevraagd in Nederland.
We zien veel mensen die uit het Midden-Oosten komen, maar ook uit delen van Afrika. We werken nauw samen met en voor alle asielzoekerscentra (AZC’s) in de regio van Amersfoort. Op ieder AZC is een gezondheidscentrum voor asielzoekers (GZA) waar de huisarts, GGD en verpleegkundigen aanwezig zijn. Als zij het idee hebben dat het psychisch slecht gaat met een vluchteling, dan kan de huisarts van het GZA iemand aanmelden voor behandeling bij ons team. Zodra een aanmelding binnen is nodigen wij hen uit voor een intake.”
Hoe gaat het dan verder?
Joriene: “De huisarts meldt cliënten aan bij ons, waarbij wij alvast een korte beschrijving krijgen van de problematiek van de cliënt. Ook vragen wij altijd na wat het land van herkomst en de moedertaal is, voordat wij iemand uitnodigen voor een intake. Dan kunnen wij namelijk ervoor zorgen dat we een telefonische tolk reserveren in de spreektaal van de cliënt.
Vervolgens nodigen wij de cliënt uit voor een intake. Daarbij staan we stil bij de problemen die zij zelf ervaren. Hierbij hebben we altijd aandacht voor de culturele achtergrond van een cliënt en de bijkomende psychosociale stressfactoren. Bij de culturele achtergrond is het belangrijk om te vragen naar verklaringsmodellen van de cliënt. Daarbij zijn wij ons steeds bewust van ons eigen referentiekader. Mensen zijn ook niet altijd bekend met de geestelijke gezondheidszorg in het algemeen. Of ze hebben daar een ander beeld bij. Ook daar hebben we extra aandacht voor.”
Emma: “Op basis van de gestelde diagnose en de ernst van de problematiek stellen wij een behandelplan op. Voor de behandeling hebben we een multidisciplinair team met (GZ-)psychologen, verpleegkundigen, vaktherapeuten, artsen en een psychiater. Voor iedere cliënt stellen we een team samen van een aantal medewerkers. We stellen vervolgens samen met de cliënt doelen op waar we aan gaan werken, die we met regelmaat evalueren.”
Is kennis van iemands vluchtverhaal belangrijk om iemand te kunnen begeleiden/behandelen?
Emma: “Als we de klachten en de bijbehorende hulpvraag beter willen begrijpen vanuit iemands geschiedenis (en ook dat geldt overigens niet alleen voor vluchtelingen), dan is het zeker van belang dat we daarover spreken. Soms gaat het dan over een deel van het vluchtverhaal, maar niet altijd. En het is zeker niet het enige wat van belang is om een goede behandeling op te kunnen starten. We kijken altijd samen met de cliënt naar welke gebeurtenissen in het verleden in verband staan met huidige klachten.
Hoeveel procent van de vluchtelingen heeft psychische/psychiatrische problematiek? En hoeveel mensen zijn er per jaar in behandeling?
Joriene: ”De vraag hoeveel procent van de vluchtelingen psychische problematiek heeft is moeilijk te beantwoorden. Een deel van de mensen vraagt nl. niet om hulp en een deel van de mensen wordt mogelijk niet gezien door een arts en daardoor dus ook niet doorverwezen naar ons.
Hoewel dit ook geldt voor de reguliere ggz zou het kunnen dat dit nog iets meer aan de orde is bij vluchtelingen. Zeker als mensen nog in AZC's verblijven kunnen bijvoorbeeld overplaatsingen ervoor zorgen dat het moeilijker wordt om te verwijzen en een behandeltraject goed op te starten.
Gelukkig merken we dat mensen onze hulp weten te vinden en baat hebben bij de behandeling. Daarmee bedoelen we dat we zien dat de psychische klachten af zijn genomen, maar bijvoorbeeld ook dat mensen meer sociale contacten aan gaan, meer activiteiten ondernemen etc.”
Wat betreft die overplaatsingen. Hoe gaat het verder met iemand als het traject gedwongen bij jullie moet stoppen?
Emma: “Als een cliënt in Nederland wordt overgeplaatst, proberen we in de regio waar iemand wordt geplaatst de zorg over te dragen naar een andere GGZ instelling. Helaas lukt dit niet altijd in verband met de lange wachtlijsten. In zo’n geval verwijzen we iemand eerst naar de huisarts van GezondheidsZorg Asielzoekers (GZA).
Als iemand Nederland wordt uitgezet en dit van tevoren bekend is, dan bespreken wij met de cliënt wat hij of zij wil dat wij op papier meegeven voor een eventuele nieuwe zorgverlener.
Soms kiezen mensen daarvoor en soms niet. We bespreken met de cliënt ook wat hij/zij geleerd heeft tijdens de behandeling om zich staande te kunnen houden in moeilijke situaties.
Vervolgens zorgen we ervoor dat we de behandeling zo goed mogelijk afsluiten. Dat kan zijn door iemand een tijdje intensiever te zien zodat we bv. de traumatherapie nog kunnen afronden.
Als iemand plotseling vertrokken is, dan horen wij dat vaak pas één of twee dagen later. Soms is het nog mogelijk om contact te houden via de telefoon. Wij moeten dan de behandeling afsluiten, maar kunnen nog wel afscheid nemen. Helaas is het soms ook zo dat wij niet weten waar iemand heen is en we geen contact kunnen krijgen. Dan sluiten we de behandeling ook, maar hopen dan dat iemand veilig is en passende behandeling weer weet te krijgen. Kortom: we doen er alles aan om de behandeling goed over te dragen of af te sluiten.”
Heeft het vluchtelingenteam trouwens te maken met wachtlijsten?
Joriene: “We hebben een wachtlijst voor de reguliere behandeling bij ons team. Daarbij is de wachttijd voor kinderen en jongeren iets korter is dan die voor volwassenen. De gemiddeld wachttijd is op dit moment ongeveer 4 maanden. Wel houden we altijd plekken vrij voor (semi-)spoed aanmeldingen waarbij iemand binnen twee weken voor een intake wordt gezien. Dat kan trouwens (net als bij een gewone crisisdienst) alleen na overleg met de huisarts.
Hebben jullie voldoende behandelaren en zijn zij speciaal opgeleid?
Emma: “We hebben een ambitieus en zeer gemotiveerd team dat hart heeft voor de doelgroep. Ieder van ons heeft zijn eigen beweegredenen om juist voor deze doelgroep te kiezen, wat maakt dat we gedreven en kundig te werk gaan.
Gezien de vraag naar behandeling voor deze doelgroep blijft stijgen en er steeds meer (nood) opvangen in de regio worden geopend zijn we groeiende en hebben we een aantal vacatures openstaan.”
Joriene: “Gelukkig wordt het culturele bewustzijn en transculturele psychologie steeds meer ingebed in opleidingen binnen de geestelijke gezondheidzorg, bijvoorbeeld in de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog.
We hebben in ons team meerdere collega's die zich tijdens hun opleidingen extra hebben verdiept d.m.v. specialistische cursussen op dit gebied, zoals transculturele systeemtherapie. Binnen ons team hebben we de maandelijks deskundigheidsbevorderingen, alle nieuwe medewerkers hebben werkbegeleiding en we hebben intervisies.”
Is het voortbestaan van het vluchtelingenteam voor de nabije toekomst gegarandeerd? (waar wordt het uit betaald)
Emma: “We hebben geen glazen bol, dus dat weten we nooit. Op dit moment wordt de zorg die cliënten krijgen vergoed vanuit de zorgverzekering. Mensen die in de asielprocedure zitten hebben een RMA verzekering, van waaruit de zorg nu wordt betaald. Toegang tot goede geestelijke gezondheidszorg is wat ons betreft iets wat essentieel is en zou beschikbaar moeten blijven voor iedereen die dit nodig heeft.”