Er is een nieuwe (geactualiseerde) Werkwijzer Medisch noodzakelijk verblijf ggz door de Nederlandse GGZ, MIND, Zorgverzekeraars Nederland en de VNG opgesteld. Regio Gooi en Vechtstreek en GGz Centraal maakten 5 jaar geleden al goede afspraken om zoveel mogelijk Medisch Noodzakelijk Verblijf (MNV) en Verblijf Met Rechtvaardigheidsgrond (VMR) tegen te gaan. ‘Vooral omdat we zagen dat mensen soms onnodig lang in een klinische setting verbleven’, legt Sonja Hartkamp, programmacoördinator Bescherming en Opvang van de Regio Gooi en Vechtstreek, uit.

‘Toen ik hier 5 en een half jaar geleden binnenkwam was dit al wel een thema, maar het ebde vaak ook weer snel weg’, vervolgt Sonja. ‘En jij hebt toen de koe bij de horens gevat’, complimenteert Janneke Oldenbroek, hoofd Zorgadministratie Gooi en Vechtstreek van GGz Centraal haar.

Janneke Oldenbroek en Sonja Hartkamp
Foto: Arian Kuil

Gewest

Moeilijk was het niet voor de Regio en GGz Centraal om goede afspraken op papier te zetten. ‘Met de Werkwijzer bij de hand hoef je alleen nog maar te oormerken wat bij wie hoort’, aldus Sonja.

Voor beide partijen was het niet meer dan logisch om goede afspraken over MNV en VMR te maken. ‘Wij zijn al veel langer gewend goed samen te werken. Rondom de uitstroom uit de kliniek en instroom in Beschermd Wonen schakelden we ook al rechtstreeks onder de vlag van de AWBZ met elkaar. En ook op intergemeentelijk niveau werken we al héél, héél lang samen. Dat heeft ook met de historie van deze regio te maken. Dit was altijd al een gewest’, legt Sonja uit.

Sneller acteren

In de regio Gooi en Vechtstreek werken 7 gemeenten samen: Blaricum, Eemnes, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren en Wijdemeren. De regio werkt met een eigen begroting en mandaat voor Beschermd Wonen, Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang. ‘Als het niet lukt iemand binnen een half jaar te laten uitstromen, moeten wij dat als regio betalen’, legt Sonja uit. “We hebben nu 5 jaar ervaring met deze afspraken en zien dat er echt snel geacteerd wordt. Langer verblijf dan noodzakelijk komt hier vrijwel niet meer voor. Dat zijn hooguit 2 à 3 mensen per jaar.’ ‘En in die situaties maakt GGz Centraal gebruik van de VMR’, vult Janneke aan.

De gemaakte afspraken helpen GGz Centraal en gemeenten om vanaf het moment dat iemand wordt opgenomen het meest kansrijke vervolgtraject en de daarbij horende ondersteuning scherp te krijgen. Daarmee beperken ze het risico dat iemand die in principe verantwoord kan uitstromen toch opgenomen moet blijven, omdat die vervolgzorg niet beschikbaar is. En dat is belemmerend voor het herstel.

Urgentieregeling

‘Als het niet zo regionaal is geregeld, moeten we met alle gemeenten afzonderlijk afspraken maken’, vult Janneke aan. ‘Of met de centrumgemeente, afhankelijk van hoe ze het geregeld hebben. Al heeft, als het om bijvoorbeeld huisvesting gaat, die centrumgemeente die rol dan ook niet.’

‘Maar ik trek hier ook veel op met mijn collega’s van Wonen. Ook over bijvoorbeeld de strakke urgentieregeling die in onze huisvestingsverordening is opgenomen. Door écht goed op die urgentie te sturen, heb je hier met zo’n urgentie ook gemiddeld binnen drie maanden een woning. Je kunt hier redelijk makkelijk met elkaar schakelen. Alleen al het schakelen tussen sociaal en fysiek domein, is niet overal even vanzelfsprekend’, aldus Sonja.

Beweging

Het inzicht dat behandeling gericht op een zo snel mogelijke verantwoorde doorstroming beter is voor patiënten, wordt al langer breed omarmd. Maar het is nog steeds een beweging, ‘waardoor ook een versnippering is ontstaan met verschillende financiers, op verschillende levensdomeinen. Iemand met ernstige psychische problemen kan in zijn leven, in zijn zorgtraject, met verschillende financiers te maken krijgen. En dan krijg je ook de vraag welk stukje hoort nu waarbij, hoe kijken we hier naar, wat betekent dat voor ieders verantwoordelijkheid, hebben we dat eigenlijk wel goed afgesproken met elkaar, waar vinden we de hiaten? Dat vraagt om nieuwe goede afspraken. Dit, de afspraken die wij nu goed met elkaar hebben gemaakt, is daar een voorbeeld van’, aldus Sonja.

Dit artikel is overgenomen van de website van de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten)