Impact maken en verbeteringen in de gezondheidszorg stimuleren. Om dat te doen kunnen we beter niet alleen samenwerken binnen onze eigen organisatie. We slaan daarvoor ook de handen ineen over grenzen heen. Daarom hebben wij ergens in september, op een gewone donderdag, Juliana Dias op Utrecht Centraal ontmoet. Voor ons stond een kleine Braziliaanse vrouw die de halve wereld over was gevlogen om GGz Centraal te bezoeken en drie maanden met ons leefstijlteam samen te werken. Voor haar een land om te verkennen en nieuwe mensen om te ontmoeten.

Juliana is de afgelopen drie maanden bij ons geweest. Ze heeft onze harten verwarmd en het was een genot om met haar samen te werken. In haar laatste week hebben wij haar geïnterviewd om haar gedachten en ervaringen over beweging, leefstijl en meer vast te leggen.
Haar ervaringen kun je hieronder teruglezen.

Wat heeft je hiernaartoe gebracht?

“In Brazilië hebben we een internationaal programma van het Ministerie van Onderwijs, dat promovendi de kans geeft om internationale ervaring op te doen. Ik kon kiezen uit 60 verschillende universiteiten. Ik koos ervoor om hier te solliciteren omdat Jeroen Deenik de coördinator is van het internationale UNILIFE-M-project in Nederland en ik zijn werk in leefstijlpsychiatrie bewonder. Maar ook omdat ik op deze manier in aanraking kon komen met de Nederlandse zorg voor mensen met ernstige psychische aandoeningen (EPA).

In Brazilië werk ik als onderzoeker en beweegprofessional met deze doelgroep. Dus de kans om met Jeroen samen te werken en meer te leren over beweging en EPA in een andere context was een droomscenario. Ik was benieuwd hoe het leefstijlteam hier werkt. Ik koos ervoor om hierheen te komen omdat het niet alleen een geweldige plek is om aan mijn promotieonderzoek te werken. Maar ook vanwege mijn persoonlijke passie voor het werken met mensen met EPA. Ik zou dat een win-winsituatie noemen.”

Wat heb je de afgelopen drie maanden gedaan?

“Ik heb veel gewerkt aan mijn promotieonderzoek, met datasets van over de hele wereld. Gelukkig kreeg ik ook de kans om te zien hoe medewerkers in de geestelijke gezondheidszorg bij GGz Centraal met cliënten werken. Specifiek in het kader van beweging. Ik zag veel overeenkomsten tussen de cliënten en de barrières voor bewegen die ze ervaren vergeleken met mijn cliënten in Brazilië. Ik ging mee met Ramon (beweegprofessional bij het GOAL!-project) tijdens zijn beweegsessies en zag hoe toegankelijk hij dit maakte. Zelfs door bij iemand thuis langs te gaan om hen te activeren en mee te laten doen.”

Hoe was het vergeleken met Brazilië?

“In Brazilië is de behandeling erg gericht op psychologische problemen. Een gezonde leefstijl maakt hier geen deel van uit. Dus mensen zijn vaak erg sedentair. Dat wil zeggen: ze hebben een slecht dieet en bewegen nauwelijks.

Er is ook een groot verschil tussen publieke en private gezondheidszorg. Met beperkte mogelijkheden om mensen in publieke zorg te helpen; vooral in de klinische setting. Het was echt een openbaring om te zien hoe toegankelijk de publieke gezondheidszorg in Nederland is en het scala aan faciliteiten dat beschikbaar is voor mensen uit de EPA-doelgroep.

De faciliteiten die ik hier heb gezien, zijn geweldig. Er is veel ruimte en er zijn veel mogelijkheden. Bijvoorbeeld: tijdens Ramons bewegingssessie konden we volleyballen, voetballen of boksen. Er zijn zoveel kansen om verschillende soorten beweging uit te proberen.

In de Braziliaanse publieke gezondheidszorg gaat het veel meer om buitensporten (zoals de calisthenics-parkjes die we in Nederland kennen). Onderzoek en praktijk zijn daar ook veel meer gericht op het resultaat: wat is de meest efficiënte manier om mensen te helpen gewicht te verliezen of fit te worden? Aerobics en krachttraining. Maar in die zin zijn we het belang van motivatie om te bewegen uit het oog verloren. Als het niet leuk is om te doen, als het je geen beter gevoel geeft, waarom zou je het dan doen? Het gaat niet alleen om bewegen, maar om bewegen én plezier hebben. We hebben meer beweegprofessionals nodig die in hun hart weten dat bewegen niet alleen een middel is, maar dat het ook plezierig is of kan zijn. Mensen die dat gevoel kunnen overbrengen op hun cliënten.”

Wat wil je GGz Centraal meegeven?

“Het zou niet allemaal op de schouders van diëtisten of beweegprofessionals moeten rusten. Als team van geestelijke gezondheidszorgprofessionals moeten we meer plezierige momenten promoten. Ruimte creëren voor meer openheid en ruimte maken om mee te doen aan activiteiten. We moeten met liefde werken, omdat we geven om de mensen die we behandelen en echt willen dat ze slagen in het leven. Bijvoorbeeld, kunnen deelnemen aan beweging gaat niet alleen over fysieke gezondheid. Het gaat om autonomie hebben, je verbonden voelen, je competent voelen, plezier hebben, herinneringen maken met een groep. Bewegen is een geweldige manier om verbindingen te maken. Dus blijf mensen motiveren om zichzelf dit cadeau te geven.”

Wat zal je bijblijven van je tijd hier?

“Alles! Ik heb geweldige herinneringen die zulke fijne gevoelens oproepen. Het is niet alleen dat ik hier was en werkte. Ik maakte verbindingen, ontmoette nieuwe mensen, probeerde zoveel nieuwe dingen. Het is oké dat niet alles ging zoals ik had gepland. Ik ben in een compleet nieuwe omgeving. Dus dat is prima. Ik ben ook blij om terug naar huis te gaan, maar ik weet zeker dat deze verbinding niet eindigt na deze drie maanden.”

Dit is Juliana Dias
“Ik ben een Braziliaanse promovendus aan het Institute of Psychiatry van de Federale Universiteit van Rio de Janeiro (UFRJ). Mijn onderzoek richt zich op de relatie tussen sociale determinanten van gezondheid, leefstijlgedrag en psychische symptomen bij studenten wereldwijd. Het is een internationale, multicenter, cohortstudie genaamd UNILIFE-M, wereldwijd gecoördineerd door Dr. Felipe Schuch en mede-gecoördineerd door Dr. Andrea Deslandes, mijn supervisor.” 

Haar Promotietraject
Juliana is promovendus bij het project UNIversity Student’s LIFEstyle And Mental Health Study (UNILIFE-M). Dit wereldwijde onderzoeksproject onderzoekt het leefstijlgedrag en de veranderingen in geestelijke gezondheid van studenten gedurende hun studietijd. Het project begon in Brazilië, maar inmiddels zijn er 60 universiteiten wereldwijd bij aangesloten. In Nederland is de Universiteit Maastricht aan het project verbonden.

Wil je meer weten over het project?
Lees hier verder (Engelstalig) >